Timothy Snyder, Bloedlanden. Europa tussen Hitler en Stalin
(Oorspr. titel: Bloodlands. Europe between Hitler and Stalin)
Vertaald door Patty Adelaar en Ton Heuvelmans.
Ambo | Anthos uitgevers, Amsterdam, 2011
ISBN: 978 90 263 2536 6
639 pagina’s, inclusief noten, bibliografie en register.
€ 25, 00
Bloedlanden
‘Meer dan 100, 000’, zo verkondigde het Britse ancestry.co.uk trots in 2009. Documenten die de website in bezit had over 100, 000 Britse krijgsgevangen in Duitsland, Oostenrijk en Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen, 34 jaar na het einde van de strijd, beschikbaar voor historisch onderzoek. Familieleden zouden de kans krijgen om meer te weten te komen over ‘de helden in hun familie’, waarvan velen, zo vermeldde het bericht, keer op keer probeerden te ontsnappen van gevangenschap zodat ze zo snel mogelijk weer konden deelnemen aan de oorlog. Daniel Jones, een medewerker van de site, vatte het optimisme van de Britse krijgsgevangenen samen: ‘the unwavering spirit of British prisoners of wars was astounding (…)’.1 Allemaal leuk en aardig, zegt Timothy Snyder. Maar, zo vraagt de hoogleraar geschiedenis van Yale University en sinds eind 2012 bekleder van de Cleveringa-leerstoel van de Universiteit Leiden zich af: is het vrijgeven van deze gegevens, over een groep dappere Britse soldaten, wel zo bijzonder? Stierven er op een enkele dag in de herfst van 1941 niet evenveel Sovjetkrijgsgevangenen in Duitse kampen in Oost-Europa als er aan Britse en Amerikaanse krijgsgevangenen omkwamen gedurende de hele Tweede Wereldoorlog, gemeten over alle strijdtonelen? (242)
‘Bloedlanden’ is Snyder’s ambitieuze project om de geschiedenis van Oost-Europa tussen 1933 en 1945 te bestuderen. Centraal staan hierbij de gepleegde misdaden door zowel nazi’s als Soviets, zowel voor, tijdens en ook na de Tweede Wereldoorlog. Hij benadert zijn project echter op een andere manier dan verwacht. Gangbaar is een indeling per land. Snyder, echter, onderzoekt Oost-Europa als geheel. Al deze landen (Polen, Oekraïne, de Balkan, Wit-Rusland, de Baltische staten) maken deel uit van, wat hij noemt, de ‘bloedlanden’. Het is het gebied waar, over de gehele Wereldoorlog en over alle slagvelden en strijdtonelen bezien, de helft van alle slachtoffers zijn gevallen. De inwoners van dit gebied, zo betoogt hij, waren niet slechts oorlogsslachtoffers maar ook slachtoffers van een doelbewust, op moord gericht, beleid. (10) Snyder wilt de gegevens uit meerdere landen en gebieden met elkaar vergelijken om tot nieuwe inzichten te komen.
Tot welke nieuwe inzichten wil Snyder komen? Allereerst stelt hij de gruwelen in de ‘bloedlanden’ vast. Tegelijkertijd betoogt hij dat het Westerse beeld van de oorlog te beperkt is. De gebeurtenissen in de concentratiekampen in Duitsland, zo stelt hij, waren nog maar het topje van de ijsberg van wat er elders in Europa plaats vond. De auteur beschrijft onder andere hongersnoden, gedwongen deportaties en het leven in de kampen. Ten tweede, en hiermee laat hij het ware, controversiële karakter van zijn boek zien, wilt hij Hitler en Stalin benaderen als politici. Hitler, Stalin, hun ondergeschikten, zij waren allemaal mensen en mensen maken keuzes. Welke praktische problemen of ontwikkelingen speelden er mee toen de nazi’s en Sovjets hun beleid in Oost-Europa bepaalden? Wat maakte dat zij er doelbewust voor kozen om tienduizenden, honderdduizenden of miljoenen mensen, ter dood te veroordelen? En, was dit beleid aan verandering onderhevig?
Hieronder volgen twee voorbeelden om duidelijk te maken wat Snyder wilt bereiken met zijn onderzoek. Allereerst is daar zijn omgang met de Duitse term Endlösung. Schoolboeken, documentaires en veelal algemene geschiedschrijving vertalen dit woord meestal met het woord ‘(eind)oplossing’; de Duitse oplossing voor het Joodse vraagstuk. Vanaf het begin zou Hitler van plan zijn om het Joodse probleem ‘op te lossen’ door ze allemaal te vermoorden. Snyder veegt dit beeld resoluut van tafel. Hij laat zien dat Hitler oorspronkelijk de Joden liever deporteerde naar de Russische steppe of een kolonie in Madagaskar. Geen dood, maar leven.
Toen de invasie van de Sovjet-Unie mislukte, lieten Hitler en Himmler hun politieke wendbaarheid zien en claimden zij dat Nazi-Duitsland het slachtoffer was geworden van een Joods complot. Waren de Joden eerst een bijkomstigheid waar op de lange termijn mee moest worden afgerekend (niet per se in de letterlijke zin van het woord), nu stond het doden van Joden gelijk aan het winnen van de oorlog. Volgens de nieuwe retoriek, hielpen de Joden namelijk de Britten, Amerikanen en Russen en hielden waardevolle winterkleding achter voor de Duitse ‘Wehrmacht’. Dat Polen en de Sovjet-Unie de grootste aantallen Joden in Europa huisvestten en het Derde Rijk met al die nieuwe mensen om moest zien te gaan hielp ook niet mee. Kortom, volgens Snyder ontstond de ‘Endlösung’ dus geleidelijk en lag deze uitkomst niet van te voren vast. Als gevolg van andere gebeurtenissen en bijkomstigheden, paste het beleid zich hierop aan. Nu, als reactie op het mislukken van ‘Operatie Barbarossa’, werd beslist om Joden te executeren. Adolf Hitler had ook anders kunnen reageren (287).
Een tweede voorbeeld is Snyder’s betoog over Stalin’s doelbewuste poging om in de jaren ’30 de bevolking van Oost-Europa uit te hongeren en in grote getale te deporteren. De leider van de Sovjet-Unie wilde de steden industrialiseren en had met name het platteland van Oekraïne nodig om te zorgen voor het noodzakelijke voedsel. Het collectiviseren van de boerderijen moest hiervoor zorgen. Stalin maakte hier echter een enorme fout. De collectivisatie zou tot de dood leiden van honderdduizenden boeren, die hun oogst hadden moeten inleveren bij lokale autoriteiten en zelf niks meer over hadden. Ook klopten de oogstberekeningen niet, omdat er geen rekening was gehouden met mogelijk zwakke oogsten en de Oekrainers nu conditioneel veel te zwak waren te kunnen oogsten. Deze inschattingsfouten konden Stalin politiek verzwakken. Daarom gaf hij maar de schuld aan de zogenaamd luie, voedsel achterhoudende boeren. Inzamelingsacties en enige hulp van hulp voor verhongerende boeren waren ondenkbaar, want de boeren uit Oekraïne ‘stelden hun leven in hun waagschaal om ons [Sovjet-Russiche] optimisme te bederven (74).’ Het politieke plan werkte niet, dus paste Stalin het idee zodanig aan dat het leek alsof het niet zijn schuld was.
‘Bloedlanden’ is op de eerste plaats een betoog tegen het huidige denken over de Tweede Wereldoorlog. In zijn slothoofdstuk beargumenteert hij hoe nationalistisch Westerse samenlevingen omgaan met de gebeurtenissen, de herdenkingen en het aantal gesneuvelden. De Westerse geschiedschrijving schrijft zichzelf in een slachtofferrol en heeft geen oog meer waarom Hitler en Stalin de dingen deden die ze deden. ‘Zij waren toch slecht en wij goed?’ ‘Wij hebben al die misdaden toch niet begaan?’ ‘Wij zouden al die misdaden toch nooit begaan?’ Een belangrijk argument in het boek is dat de twee regimes elkaar aanvulden en dat de een reageerde op de gebeurtenissen die door de ander waren ingezet. De gruwelen in Oost-Europa hadden een politieke oorsprong, maar waren niet van te voren uitgestippeld. Door de loop van de geschiedenis, reacties van staatshoofden en/of hun ondergeschikten en toevalligheden zou het beleid van Nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie vorm krijgen. De ‘bloedlanden’ zouden deze ontwikkelingen, uitgesmeerd over een periode van bijna 15 jaar en aan de hand van twee (of, in het geval van Polen, zelfs drie) nazi/Sovjet-regimes, aan den lijve ondervinden.
Op de tweede plaats doet het boek zijn titel eer aan. Snyder benadrukt en beschrijft de persoonlijke keuzes van de politici en helpers, soms afkomstig uit de ‘bloedlanden’, die de dood van miljoenen mensen op hun geweten hebben. De slachtoffers, en hun persoonlijke keuzes verliest hij ook niet niet uit het oog. De vaak aangrijpende persoonlijke anekdotes maken het geheel zwaar, doch indrukwekkend. Snyder streeft er naar de slachtoffers bij naam te noemen, vaak met hun eigen verhaal, en dat het maakt het boek erg persoonlijk. Sommige verhalen grijpen je bij de keel, laten je soms twijfelen over wat je zelf zou doen in oorlogstijd en laten je ook niet meer los.
‘Bloedlanden’ is keihard, persoonlijk en recht in het gezicht. Snyder wilt de koe bij de horens vatten en korte metten maken met de huidige geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog. Voor geïnteresseerden in de Tweede Wereldoorlog in het algemeen is dit boek essentieel en biedt het gegarandeerd waar voor zijn geld. Ook voor geinteresseerden in de (krijgs)geschiedenis van Oost-Europa is dit werk uitermate geschikt. Voor professionele historici biedt dit boek genoeg aanknopingspunten voor toekomstig onderzoek, bijvoorbeeld over de omgang van Engeland en de Verenigde Staten met Sovjet-Rusland na 1941. Met de uitdagende uitgangspunten die ‘Bloedlanden’ betoogt, zal hier waarschijnlijk gretig gebruik van worden gemaakt.