Koning Willem III. 1817-1890, Dik van der Meulen

Reviewer: Kimberley van Goethem

Koning Willem III. 1817-1890, Dik van der Meulen

Uitgeverij Boom

Amsterdam, 2013

ISBN: 978 94 6105 18 68

Hardcover, illustraties in zwart-wit en kleur, stamboom, kaarten, noten en personenregister.

735 Pagina’s

€ 39, 90 (set: 99, 90)

Bekroond met de Libris Geschiedenisprijs 2014

Koning Willem III
Met Koning Willem III 1817-1890 besluit Dik van der Meulen de driedelige serie van koningsbiografieën die in november 2013 verscheen. Net als de twee andere delen, waarvan de recensies van Acta Historica hier en hier zijn te vinden, is ook dit boek een goede biografie, biedt nieuwe inzichten over Willem III en is zeer leesbaar. Niet voor niets ontving de schrijver in het najaar van 2014 de Libris Geschiedenis Prijs.
In het juryrapport van de Librisprijs staat te lezen dat het leven van Willem III “bijna als een roman leest” en “van der Meulen een aanstekelijke, ironische schrijfstijl” heeft. Daar kan aan toegevoegd worden dat de schrijver niet alleen een fijne afwisseling maakt tussen staatszaken en het persoonlijke leven van de koning, maar ook een balans vindt tussen de verschillende bronnen. Het grote publiek kent immers vaak al iets (negatiefs) over de monarch die als bijnaam “Koning Gorilla” kreeg. Van der Meulen probeert de negatieve eigenschappen van Willem III niet te verbloemen, maar geeft er wel een hoogst noodzakelijke context aan en nuanceert de beeldvorming voor zover deze overdreven is.
Zo heerst het idee over de toenmalige kroonprins dat hij zich niet bezig hield met staatszaken maar met feesten, vaker af- dan aanwezig was bij de Raad van State, en een geregelde hoerenloper was. Van der Meulen vertelt inderdaad over de vele feesten op zowel Paleis het Loo als in Den Haag en geeft bewijs voor de buitenechtelijke escapades. Maar hij laat ook zien dat de prins zijn rol als commissielid in de Raad van State wel degelijk serieus nam tijdens de grondwetswijzigingen van 1840, en zich interesseerde voor de Nederlandse land- en zeemacht. De toekomstige koning werd echter tot zijn eigen onvrede, vaak ook bewust uit de politiek gehouden door Koning Willem II. Zijn vader vreesde de driftbuien die Willem III zijn hele leven parten speelden.
Deze spanningen tussen vader en zoon uitten zich tijdens de volgende grondwetswijzigingen in 1848. Door de revolutionaire en politieke onrust die in Europa heerste, stemde Koning Willem II in met nieuwe grondwetswijzigingen. Naar de mening van de kroonprins werd tijdens deze herzieningen nauwelijks geluisterd. Toen door het chanteren van Willem II de wijzigingen ook nog eens de macht van de koning veel verder zouden inperken dan verwacht, weigerde Willem III zijn toekomstige taak nog aan te nemen. Vader en zoon zouden het officieel weer bijleggen voor het vertrek van Willem III naar Engeland. Maar Van der Meulen beschrijft pakkend hoe onzeker de situatie van de troonsopvolging werd toen enkele weken na het vertrek naar Engeland Koning Willem II al overleed, en Willem III terug moest keren en overtuigd moest worden van zijn plicht aan het vaderland.
Koning Willem III 1817-1890 is juist door het nuanceren van het bestaande beeld van de hoofdpersoon van grote waarde, en daardoor meer dan alleen een biografie. Door het uitvoerige gebruik van bronnen wordt het niet alleen duidelijk wat er waar is omtrent deze derde Willem, maar ook wat er nog onduidelijk is en wat misschien nooit achterhaald kan worden. Tevens toont van der Meulen de lezer hoe het (soms verkeerde) beeld van Willem III is ontstaan. Zo gaat hij bijvoorbeeld in op de onjuiste theorieën die beweren dat Wilhelmina nooit Willems dochter kan zijn geweest, omdat Willem op latere leeftijd een geslachtsziekte zou hebben gehad. Hier staat in zijn medische dossier echter niets over en een geslachtsziekte blijkt ook niet uit de medicijnen die hij wel kreeg voorgeschreven voor andere kwalen.
De schrijver presenteert de meeste onderwerpen in het leven van Willem III door een goede selectie aan bronnen en laat vaak het oordeel achterwege. Dit is prettig, omdat er eigen conclusies uit de bronnen kan worden getrokken. Dat de relatie tussen Willem III en zijn eerste vrouw Sophie slecht is, staat als een paal boven water. Van der Meulen toont echter ook aan dat de schuld hiervan waarschijnlijk niet alleen te zoeken is bij Willems driftbuien, zoals vaak wordt gedacht door het gebruik van de talrijke egodocumenten die Sophie over haar huwelijk heeft geschreven. De twee versterkten elkaar in ongelukkig zijn, maar door een gebrek in de bronnen van Willems’ zijde over de kwestie, nijgt de sympathie in de geschiedschrijving over dit huwelijk vaker naar Sophie. Bij de relatie tussen Sophie en haar schoonmoeder Anna Pauwlona komt vooral de haast ironische en romaneske schrijfstijl van Van der Meulen goed tot zijn recht: De twee hadden een hekel aan elkaar, en door het vele gebruik van bronnen krijgt de lezer het gevoel dat Willem III tussen zijn moeder en vrouw moest schipperen.
Dat Willem III een wispelturige, driftige man was, moge duidelijk zijn na het lezen van het meer dan 700 pagina’s tellende boek. Dat de vele anekdotes hiervan echter voornamelijk zijn ontstaan uit zeer subjectieve bronnen en de monarch ook een hartelijke en joviale kant had, wordt door Dik van der Meulen ook getoond. Hiermee schept deze schrijver een totaalbeeld van een intrigerende man.

Kimberley van Goethem