Ooggetuigen van de Wereldgeschiedenis, Geert Mak en René van Stipriaan
Uitgeverij Prometheus | Bert Bakker (Amsterdam 2013)
ISBN: 978 90 351 4028 8
Paperback
336 pagina’s
€12, 50
Ooggetuigen van de wereldgeschiedenis
Sinds eind jaren negentig verschijnt bij uitgeverij Prometheus | Bert Bakker de Ooggetuigen-reeks, inmiddels bestaand uit een zevental titels die allen een bonte verzameling van authentieke verslagen bevatten. Waar andere delen uit de reeks een vrij specifiek thema kennen, variërend van de Gouden Eeuw tot Rock ‘n’ Roll, hebben Geert Mak en René van Stipriaan in Ooggetuigen van de Wereldgeschiedenis zowel qua tijdsbestek als thematiek een breder scala aan verhalen opgenomen. De auteurs selecteerden ruim honderd reportages uit historische dagboeken, brieven, reisverslagen en krantenartikelen, met als gemeenschappelijke noemer dat het persoonlijke verhalen zijn van hen die getuige waren van ‘belangrijke momenten uit de wereldgeschiedenis’. Met het eerste verslag daterend uit 401 voor Christus en het laatste verslag uit 2011, doorkruist de lezer in iets meer dan driehonderd pagina’s een periode van meer dan 2400 jaar.
De grote diversiteit aan historische tijdperken, windstreken, auteurs en thema’s die deze wereldgeschiedenis kent, vormt tegelijkertijd de rijkdom en de valkuil van dit boek. Het spreekt voor zich dat een selectie van slechts een honderdtal geschreven werken uit een dusdanig lang tijdsbestek nooit recht kan doen aan alle hoogtepunten die deze geschiedenis rijk is; er zullen bij het samenstellen van een dergelijk verzamelwerk hoe dan ook lastige keuzes gemaakt moeten worden over welke momenten uitgelicht en welke gepasseerd worden. Wellicht de meest rigoureuze beslissing die de auteurs hierin genomen hebben is om vrijwel exclusief verslagen van Westerse auteurs te selecteren. Hoewel dit niet betekent dat de gekozen gebeurtenissen zich uitsluitend afspelen op het Europese continent, zijn ook de momenten die elders plaatsvonden veelal beschreven door Europeanen. Enerzijds vergroot dit wellicht het inlevingsvermogen van de – tevens Europese – lezer, maar anderzijds biedt het ook een eenzijdige kijk in het verleden.
Zelfs met deze eurocentrische filter blijft de variatie in besproken onderwerpen echter groot. Achtereenvolgens passeren Grieken en Romeinen, Hunnen, Byzantijnen en Vikingen de revue, om vervolgens plaats te maken voor geschriften van Europese ontdekkingsreizigers en de middeleeuwse bourgeoisie. Zeker in de eerste helft van het boek worden vaak enorme sprongen in tijd en ruimte gemaakt, waarbij van de lezer verwacht wordt snel te schakelen en de juiste context voor de geest te halen. Bij een deel van de verslagen wordt dit vergemakkelijkt door een korte inleiding van de auteurs, maar meermaals ontbreekt het ook aan welkome achtergrondinformatie. Aangezien veel fragmenten tevens een vrij abrupt einde kennen blijft de lezer vaak achter met meer vragen dan antwoorden, brandend van nieuwsgierigheid naar het verdere verloop van deze of gene affaire.
Behalve in nieuwsgierigheid valt de lezer ook keer op keer in de verbazing. De grootste tragedies worden beschreven met een nuchterheid die doet betwijfelen of de observator de ernst van de situatie wel heeft ingezien, zoals de Londenaar die beschrijvingen van de allesverwoestende brand in zijn stad afwisselt met die van een genoeglijk avondmaal; of een getuige van de beeldenstorm die de vernietiging van de heiligdommen om hem heen wel feilloos waarneemt, maar waaruit geen enkele verontwaardiging blijkt en geen vinger wordt uitgestoken om deze te voorkomen. Minstens zo verbazingwekkend zijn de bijna surreële verhalen van hen die verheugd zijn dat er eindelijk oorlog uitbreekt, van hen die de onterechte dood van een ander vrijwillig aanschouwen, of die van henzelf onverschrokken tegemoet zien.
Wellicht was het voor de lezer prettiger geweest als al deze verhalen thematisch in plaats van chronologisch geordend waren – met name in de tweede helft van het boek, waar bijvoorbeeld meermaals heen en weer wordt gesprongen tussen verhalen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog en allerlei andere anekdotes. Ook beschrijven lang niet alle verslagen, in tegenstelling tot wat op de achterflap beweerd wordt, ook echt belangrijke momenten in de wereldgeschiedenis. Over het algemeen geven ze echter wel een interessant inzicht in de persoonlijke ervaringen van individuen uit alle tijden, en de combinatie van verbazing en nieuwsgierigheid die Ooggetuigen van de wereldgeschiedenis oproept maakt het lezen ervan meer dan de moeite waard.
Feike Fliervoet