De Nederlands-Turkse betrekkingen. Portretten van een 400-jarige geschiedenis, Maurits van den Boogert en Jan Jonker Roelants (red.)

Reviewer: Joost Westerweel

Maurits van den Boogert en Jan Jonker Roelants (red.),  De Nederlands-Turkse betrekkingen. Portretten van een vierhonderdjarige geschiedenis

Uitgeverij Verloren, 1e druk, Hilversum 2012
ISBN: 978 90 8704 292 9

Paperback, ingenaaid, geïllustreerd in kleur, met beknopte literatuuropgave en trefwoordenregister.
141 pagina’s
€ 16, –

De Nederlands-Turkse betrekkingen

In 2012 is het vierhonderd jaar geleden dat Nederland, of liever de toenmalige Republiek, en Turkije, het toenmalige Ottomaanse Rijk, betrekkingen aanknoopten. Om dit te vieren is deze bundel uitgebracht die de gehele periode probeert te beschrijven aan de hand van voornamelijk persoonlijke geschiedenissen. De samenstellers en auteurs van de bundel wilden hiermee een boek maken voor het brede publiek, maar of ze hierin zijn geslaagd is twijfelachtig.
Het boek bestaat uit dertien portretten van historische personages, zowel Nederlandse als ‘Turkse’, en zes interviews. De auteurs zijn wat betreft de portretten van historische personages in eerste instantie uitgegaan van een aantal hoofdthema’s, namelijk: handel en diplomatie, religie en politiek, en cultuur en wetenschap. Handel, diplomatie, religie, politiek en ook cultuur komen in de bundel aan bod, maar wetenschap schittert door afwezigheid. De andere thema’s komen verder slechts zijdelings aan bod. De overgrote meerderheid van de bijdragen zijn persoonlijke geschiedenissen van de personages, waarbij hun leven centraal staat. Hierdoor vormen de losse bijdragen in de bundel nauwelijks en geheel. Hoewel de redacteurs handel en diplomatie de rode draad van de bundel noemen blijft deze rode draad door de nadruk op de persoonlijke geschiedenissen onderbelicht. Vrijwel nergens komt bijvoorbeeld naar voren waaruit de handel tussen de Republiek en het Ottomaanse Rijk dan bestond of wat de omvang van deze handel was.
Naast deze onderbelichting van de thema’s blijft ook de connectie van de personen, ondanks dat het persoonlijke geschiedenissen zijn, met de Republiek of het Ottomaanse Rijk zelf vrij oppervlakkig. In het geval van de Nederlandse personen blijft bijvoorbeeld onduidelijk wat deze personen nou juist naar het Ottomaanse Rijk bracht. In het geval van de personen uit het Ottomaanse Rijk blijft hun connectie met dat Rijk beperkt tot het gegeven dat ze eruit afkomstig waren. Nu is dit op zichzelf niet erg. De bijdragen over bijvoorbeeld Stephanus d’Isaij, een ‘Turkse’ Griek, en Avet Jeremias, een Armeniër, geven aan dat het Ottomaanse Rijk divers was en geen homogeen geheel. Maar toch valt niet aan de indruk te onttrekken dat de bijdrage over bijvoorbeeld Stephanus d’Isaij eerder thuishoort in een bundel over Nederlands-Griekse betrekkingen dan hier. De enige connectie die de man heeft met het Ottomaanse Rijk is dat hij uit een van haar provincies afkomstig was. De bijdrage rept ook alleen over de ‘Grieken’ of ‘deze jonge Griek’ (59). Voor de bijdrage over Avet Jeremias geldt hetzelfde; de band met het Ottomaanse Rijk is volledig ondergesneeuwd, iets dat in een bundel over vierhonderd jaar Nederlands-Turkse betrekkingen toch enigszins jammer is.
De zes interviews die zijn opgenomen in de bundel vormen onderling een beter geheel en hebben ook een duidelijke connectie met de bundel an sich. De eerste drie gaan voornamelijk over het al dan niet toetreden van Turkije tot de Europese Unie en wat voor plaats Turkije inneemt in de Nederlandse diplomatie. De laatste drie interviews betreffen gesprekken met twee Turkse immigranten in Nederland en een Turks-Nederlandse fotograaf. Ze geven hun mening over hoe het is om Turk te zijn in Nederland en over hoe het is om als emigrant, al dan niet tijdelijk, terug te zijn in Turkije. In de interviews komen de Nederlands-Turkse betrekkingen veel meer en veel concreter naar voren dan in de historische portretten.
Hoewel dus de specifieke Nederlands-Turkse betrekkingen in de historische portretten onderbelicht blijven, komen ze in de interviews wel naar voren. De bijdragen, zowel de interviews als de portretten, zijn over het algemeen ook goed leesbaar. Daarnaast hebben de historische portretten weliswaar weinig connectie met het thema van de bundel, maar zijn ze desondanks toch interessant om te lezen. Helaas blijven alle stukken redelijk oppervlakkig door hun lengte van vier tot zes pagina’s. Voor iedereen die meer wil weten over de Nederlands-Turkse betrekkingen, maar niet geïnteresseerd is in persoonlijke geschiedenissen is deze bundel dan ook niet aan te raden. Voor iedereen die echter een betaalbare bundel met een gevarieerd palet aan personages wil lezen is De Nederlands-Turkse betrekkingen. Portretten van een vierhonderdjarige geschiedenis geen slechte keuze.