Napoleon Bonaparte in Egypte, Paul Dentz

Reviewer: Jelmer Rotteveel

Paul Dentz,  Napoleon Bonaparte in Egypte

Uitgeverij Aspekt, Soesterberg, 2011
ISBN: 978 90 591 194 37

Paperback, geïllustreerd
248 pagina’s
€19, 95

Napoleon Bonaparte in Egypte

‘Veel auteurs hebben een gevoel van tekortkoming als ze over Napoleon Bonaparte schrijven. De Franse keizer en de gebeurtenissen in zijn leven zijn als een gebergte met hellingen die sommige beklimmers te steil lijken en degenen die de top ervan bereiken, overzien slechts een beperkt gedeelte van het massief. De geest van Napoleon, zijn ambitie, zijn geloof in de grootsheid van de ziel, zijn tomeloze energie, zijn veelomvattende interesses, zijn macht, zijn genereusheid, zijn veldheerschap, zijn intuïtie, maar ook zijn ongeduld, zijn misstappen, zijn verkeerde inschattingen en zijn opportunisme vormen een landschap van de ziel van een usurpator die generatie na generatie zal blijven boeien.’(9)

Met deze introductie begint de inleiding van het in 2011 verschenen boek Napoleon in Egypte van schrijver Paul Dentz. Het werk verhaalt over de Franse veldtocht in Egypte tussen 1797 en 1799. Na een korte voorgeschiedenis beschrijft Dentz in chronologische volgorde de gebeurtenissen die plaatsvonden tussen het vertrek van de vloot uit Toulon op 19 mei 1797 en het heimelijke vertrek van Napoleon op 23 augustus 1799. Hoewel veel werken waarin deze befaamde generaal en later keizer centraal staat de nadruk leggen op zijn militaire verrichtingen, heeft Paul Dentz gekozen voor een andere insteek. Hij beschrijft niet alleen de militaire acties die met de Egyptische campagne gepaard gingen, maar besteedt ook ruime aandacht aan de verrichtingen van de verschillende vooraanstaande wetenschappers die de expeditie vergezelden.
De verschillende slagen bij Sjoebra Chit, de Piramiden, de Nijl en de mislukte belegering van de legendarische stad Akko nemen uiteraard een belangrijke plaats in. Daarnaast passeren de vele – pogingen tot – bestuurlijke hervorming en ‘modernisering’ van de Egyptische samenleving naar Frans model de revue, maar ook de ruime mate van lokale weerstand die de verschillen de maatregelen opriepen. Deze weerstand, in combinatie met het uitblijven van versterking en het voedselgebrek als gevolg van de blokkade door de Britse vloot, zorgde ervoor dat de Franse situatie uiteindelijk onhoudbaar werd. De combinatie van blokkade, een gebrek aan voedsel en versterkingen, de lokale weerstand en het harde klimaat maakte dat er al snel een uitzichtloze situatie ontstond. Hoewel de Franse aanwezigheid zich nog enige tijd zou doen gelden, besloot Napoleon in augustus 1799 terug te keren naar Frankrijk omdat hij, aldus Dentz, besefte dat ‘al zijn succesvolle pogingen om Italië in te lijven teniet waren gedaan’(198). Hierbij liet hij zijn leger in de steek, wat hem de nodige kritiek zou opleveren. Hoewel de titel anders doet vermoeden, beëindigd Dentz zijn relaas niet met het vertrek van Napoleon. Hij beschrijft nog kort de gebeurtenissen die plaatsvonden in Napoleon’s afwezigheid en die uiteindelijk zouden leiden tot het vertrek van de laatste Franse militairen in oktober 1801.
Dentz beschrijft bovenstaande gebeurtenissen boeiend, waarbij zijn bewondering voor Napoleon duidelijk zijn weerslag heeft. Helaas werkt deze bewondering op een aantal momenten iets te ver door. Zo beschrijft hij de verschillende tegenstanders van Napoleon – met uitzondering van de Britten – met enig dedain. Het moge duidelijk zijn dat de Egyptische militaire weerstand weinig effectief was, maar het is de vraag of dit kan worden toegeschreven aan een simpele ‘onwil’ om lessen te trekken uit vernietigende nederlagen. Ook is het niet waarschijnlijk dat de Franse overwinning bij de Piramiden in zekere zin te danken is aan de uitbraak van een grootschalige ‘diarree-epidemie’, veroorzaakt door de consumptie van watermeloenen door hun Egyptische opponenten.(52) Daarnaast worden de Franse troepen vaak beschreven als hervormers met de beste bedoelingen – afgezien van een ‘militair noodzakelijk’ bloedbad dat zij bij Akko aanrichtten onder krijgsgevangen – terwijl zij door de lokale bevolking terecht als vreemde bezettingsmacht werden beschouwd. Ook ontbreekt bij enkele gebeurtenissen enige contextualisering, zoals bijvoorbeeld het geval is bij de verovering van Malta. Zo geeft Dentz geen verklaring voor de verovering van dit eiland, terwijl de verwoede pogingen van Napoleon om het eiland te hervormen, waardoor Malta ‘in een klap de Middeleeuwen de rug toe [keerde]’(25), toch suggereren dat Napoleon van plan was het eiland in zekere zin bij het Franse rijk in te lijven.
Bij aankomst in Egypte wachtte de generaal een nog zwaardere taak. Zo waren de levensomstandigheden in Alexandrië en Caïro erbarmelijk en waren de Franse militairen geschokt door ‘de islamitische gebruiken en wreedheden onder de bevolking’. Het was, zo stelt Dentz, simpelweg ‘onmogelijk de Egyptische mentaliteit te begrijpen’(42). Deze uitspraken en het gebrek aan contextualisering van enkele gebeurtenissen doen helaas afbreuk aan een boeiend en vlot geschreven werk. Een ander nadeel vormen de korte biografische beschrijvingen van enkele sleutelfiguren die interessant zijn, maar soms door hun omvang een te grote onderbreking vormen van de hoofdtekst. Deze beschrijvingen waren wellicht beter op hun plaats geweest in een aparte sectie aan het einde van het boek. Zeer verfrissend is de insteek, waarbij de focus niet, in tegenstelling tot vele andere werken over Napoleon, ligt bij de militaire gebeurtenissen, maar – zoals eerder vermeld – ook op de wetenschappelijke en culturele gevolgen van de expeditie. Interessant zijn de beschrijvingen van de tochten die de verschillende wetenschappers van tijd tot tijd maakten, maar vooral ook het laatste hoofdstuk, waarin Dentz de culturele en wetenschappelijke resultaten van de expeditie uitvoerig beschrijft.
Al met al is Napoleon Bonaparte in Egypte een vlot geschreven werk over een opmerkelijke expeditie. Dentz’ aandacht voor de wetenschappelijke en culturele aspecten van de veldtocht is verfrissend, zijn bewondering oprecht. Het boek moet niet beschouwd worden als een diepgaande analyse van de Egyptische expeditie, maar als een boeiend relaas met het karakter van een historische roman. Geschreven over een gedurfde expeditie die uiteindelijk – ondanks Napoleon’s militaire bekwaamheid – gedoemd bleek te mislukken.

Jelmer Rotteveel