Charles C. Mann, 1493. Hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika.
Uitgeverij Nieuw Amsterdam (Amsterdam 2011).
ISBN: 9789046810347.
Paperback, met illustraties, kaarten, notenapparaat en register.
688 pagina’s.
€ 34, 95 (ook verkrijgbaar in midprice editie, voor € 19, 95).
1493
Charles Mann is correspondent voor The Atlantic en Science en schrijft onder andere voorThe New York Times en The Washington Post. Met zijn boek 1493. Hoe de wereld zich ontwikkelde na de ontdekking van Amerika heeft Mann zich ten doel gesteld de effecten weer te geven van de ontdekking van Amerika en de daarbij behorende Columbian Exchange op het verloop van de wereldgeschiedenis. Hij meent ‘dat de reizen van Columbus niet zozeer tot de ontdekking als wel tot de schepping van een Nieuwe Wereld leidden. (13)’ Hoe die wereld tot stand kwam is het onderwerp van zijn boek.
Dat dit geen klein onderwerp is moge duidelijk zijn. Mann geeft toe dat hij sommige werelddelen niet bespreekt en ook gaat hij voorbij aan een hele serie belangrijke gebeurtenissen. Hij richt zich naar eigen zeggen op terreinen die hem van bijzonder belang lijken, die uitzonderlijk goed gedocumenteerd zijn, of die hem het meest interessant lijken. Maar voor al deze criteria geldt dat ze in zekere mate subjectief zijn.
Het boek is opgebouwd uit een aantal ‘uitwisselingen’ tussen de voorheen geïsoleerde werelddelen. Aan de hand hiervan illustreert Mann zijn betoog dat er vanaf het jaar 1493 een nieuwe wereld vorm heeft gekregen. In deel één behandelt hij de kolonisatie van Noord-Amerika door de Engelsen en de introductie van tabak in dat gebied. Deel twee behandelt de uitwisselingen tussen het Spaanse Rijk en China over de Stille Ocean. Deel drie gaat over de introductie van de aardappel in Europa en de rol van de Columbian Exchange in het ontstaan van de Industriële Revolutie daar. Ten slotte komt in deel vier de Afrikaanse slavenexport aan bod en het ontstaan van de gemengde samenlevingen van Amerika.
In het eerste deel beschrijft Mann hoe de implementatie van Europese landbouwtechnieken uiteindelijk leidde tot een ‘ver-Europeanisering’ van het landschap in Noord-Amerika. Het land was daardoor niet meer geschikt voor traditionele landbouwtechnieken van de indianen, waardoor deze gedwongen werden weg te trekken of zich aan te passen. Naast tabak deed ook malaria zijn intrede in Noord-Amerika. Europese kolonisten brachten zowel de ziekte malaria mee als de muggen die deze verspreiden. In het vochtige en waterrijke gebied van Virginia gedijden de muggenlarven zeer goed, waardoor de ziekte zich in korte tijd wist te verspreiden in noordelijke, zuidelijke en westelijke richting. Eenzelfde situatie deed zich voor in het geval van de introductie van suikerriet in de Caraïben en Latijns-Amerika, waarbij ook gele koorts meeliftte. Omdat Afrikanen beter bestand waren tegen de verschillende vormen van malaria leidde de ziekte uiteindelijk tot een invoer van Afrikaanse slaven en een relatief kleine instroom aan Europeanen, met alle gevolgen van dien. Mann stelt zelfs dat malaria een cruciale invloed had op het verloop van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog en later de Burgeroorlog. In het eerste geval zouden de, voornamelijk uit het malariavrije Schotland afkomstige, Britse troepen niet gewend zijn geweest aan de ziekte waardoor ze massaal bezweken toen ze in het Zuiden van de VS moesten vechten. In het tweede geval gold hetzelfde voor de uit het malariavrije Noorden afkomstige soldaten die in het Zuiden strijd moesten leveren.
Het tweede deel behandelt de uitwisselingen tussen het Spaanse Rijk en China. Spanje kon lucratief handel drijven met China door de enorme zilvervondsten in Zuid-Amerika en de net zo enorme vraag daarnaar vanuit China. Daarnaast werden veel Zuid-Amerikaanse gewassen zoals maïs en de aardappel geïntroduceerd in China. Vooral voor dat land zou deze uitwisseling verstrekkende gevolgen hebben. De instroom van enorme hoeveelheden zilver leidde uiteindelijk tot een devaluatie daarvan en een daaropvolgende afbrokkeling van het centrale gezag en de val van de Mingdynastie. De introductie van landbouwgewassen zoals maïs en de aardappel, die op veel armere grond kunnen gedijen dan rijst en granen, en commerciële gewassen zoals tabak leidde in eerste instantie tot een grote bevolkingsgroei en vrij snel tot ingrijpende ecologische gevolgen, zoals bodemerosie, die merkbaar zijn tot op de dag van vandaag.
Europa komt in het derde deel aan bod, waarin de introductie van de aardappel centraal staat. De komst van de aardappel zou uiteindelijk hebben geleid tot nieuwe productievere teeltechnieken, het gebruik van geconcentreerde kunstmest zoals guano, en het gebruik van fabrieksmatige geproduceerde bestrijdingsmiddelen als reactie op geïmporteerde ziektes zoals de aardappelziekte. Mann betoogt dat hiermee de moderne landbouw zijn vorm kreeg. De rol van rubber in de ontwikkeling van de Industriële Revolutie in Europa komt ook uitgebreid aan bod. De ontdekking van de industriële toepassing van dit product zou, naast Europa, ook ingrijpende gevolgen hebben voor de ecologie en inheemse bevolking van de binnenlanden van Brazilië, waar de rubberboom groeide.
Het menselijke aspect van de Columbian Exchange komt in het laatste deel aan bod, dat de export van Afrikaanse slaven behandelt. Daarin geeft Mann een uitgebreide beschrijving van het ontstaan van de gemengde samenleving in Noord- , Midden- en Zuid-Amerika en het ontstaan van gemeenschappen van voormalige Afrikaanse slaven in Midden- en Zuid-Amerika. De vermenging van Europeanen, Afrikanen, Aziaten en inheemse indianen leidde tot een lappendeken van volkeren en verschillende sociale en juridische statussen. Het verschil in juridische status liep soms tot ver in de twintigste eeuw door, zoals het geval was voor de gemeenschappen van gevluchte Afrikaanse slaven. Deze kenden een grote mate van autonomie totdat in de twintigste eeuw in landen als Brazilië mensen voor economisch gewin de binnenlanden introkken, waar deze gemeenschappen zich bevonden. Dit leidde tot de incorporatie daarvan in de moderne staat, maar niet altijd tot hun incorporatie als burgers van die staat. Dit probleem uit zich tot op de dag van vandaag bijvoorbeeld op het gebied van eigendomsrechten van deze mensen.
In al de delen weet Mann individuele verhalen en gebeurtenissen en de grotere implicaties daarvan op een zeer leesbare manier op te schrijven. Beschrijvingen van Engelse planters in Virginia, Chinese zeerovers en Afrikaanse slavenleiders figureren prominent en zijn een goede manier om de diversiteit en verwevenheid van de wereld na 1493 weer te geven. Toch zijn er een aantal puntjes van kritiek. In hoofdstuk acht legt Mann uit wat plantagelandbouw is (377), maar hij gebruikt dit woord al veelvuldig voordat hij dit doet. Daarnaast is de spelling van namen niet altijd consequent, zoals het geval van de inheemse Braziliaanse Doña Rosario (487), dat soms als Dona gespeld wordt (488). Geen ramp, maar wel vervelend. Er is echter ook een fundamenteel punt van kritiek. Mann wekt sterk de indruk dat hij economische en ecologische factoren als de motor van verandering ziet. Op de achterflap staat zelfs: ‘…laat Charles Mann zien dat deze zogeheten Columbian Exchange heeft gezorgd voor niet minder dan de opkomst van Europa, voor de ondergang van het Chinese keizerrijk en voor de verstoring van de ecologie in Afrika.’ Afgezien van het feit dat de ecologie van Afrika nauwelijks figureert in het boek, is dit een nogal sterke uitspraak. Persoonlijk was ik ook niet overtuigd na het lezen van het boek. De argumentatie miste vaak nuance, wat ongetwijfeld ook te maken heeft met de grootte van het onderwerp, en was daardoor soms kort door de bocht. Door malaria, bijvoorbeeld, van cruciale invloed te verklaren op het verloop van de Amerikaanse Burgeroorlog bagatelliseert Mann in zekere zin de keuzes van individuen. Hetzelfde geldt voor het voorbeeld van de ondergang van de Ming- en Qingdynastie in China, dat voor een groot deel door Mann verklaard wordt met economische en ecologische argumenten. Hier kan je het mee eens zijn of niet. Lezers die een groter gewicht toekennen aan dit soort factoren zullen het eerder met Mann eens zijn dan anderen, zoals ondergetekende, die dit minder doen.
Mann sluit het boek wel op een zeer goede manier af. In de conclusie zwengelt hij de discussie aan over wat globalisering nu precies inhoudt en geeft hij zeer genuanceerd zowel de voor- en nadelen hiervan weer. Hoewel de lezer het dus niet eens hoeft te zijn met Mann’s argumentatie, zal het boek ongetwijfeld tot denken aanzetten, iets dat niet iedere schrijver weet te bereiken.