Het charisma van Adolf Hitler. Hoe hij miljoenen naar de afgrond leidde, Laurence Rees
Ambo | Anthos, Amsterdam 2012
ISBN: 978 90 263 2583 0
Luxe paperback, illustraties in kleur en zwart/wit.
Met register, illustratieverantwoording en notenapparaat.
432 pagina’s
€24, 95
Het charisma van Adolf Hitler
In Het charisma van Adolf Hitler wordt duidelijk dat Laurence Rees een man van de anekdotes is. Hij interviewde meerdere mensen over hun beleving van de Tweede Wereldoorlog. Dit levert soms mooie verhalen op. Zo bracht de Britse Foreign Secretary, Lord Halifax, in 1937 een bezoek aan de Berghof, Hitler’s woning in de Beierse Alpen. Bij aankomst dacht de Engelsman zijn jas te overhandigen aan de lakei bij de deur. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken moest meteen ingrijpen. De lakei was namelijk geen lakei, maar was rijkskanselier Adolf Hitler zélf. (p. 167)
Anekdotes als deze staan ten dienste van één vraag: hoe kon het dat Hitler een bepaalde aantrekkingskracht had op miljoenen mensen? De Führer, zo betoogt Rees, was immers een man gevoed door haat en niet in staat tot menselijke relaties of het voeren van politieke debatten. En toch was hij voor velen een leider, hoe onwaarschijnlijk ook.
Een dergelijke vraag is een interessante. De schrijver lijkt hiermee een brug te willen slaan tussen geschiedenis enerzijds en de sociale wetenschappen en psychologie anderzijds.
Bron van inspiratie is de Duitse socioloog Max Weber, die vóór de opkomst van Hitler een tekst schreef over ‘charismatisch leiderschap’. Deze theorie vormt de hoeksteen van Rees’ betoog. Volgens Weber kan iemand alleen charismatisch kan zijn als hij tegemoet komt aan de behoeften van zijn publiek. In de eerste jaren na de Eerste Wereldoorlog, waarin het overgrote deel van de Duitse bevolking wanhopig was door de economische crisis, kon Hitler in zijn toespraken overtuigend en zelfs ‘authentiek’ overkomen. Hij was namelijk, in een tijd van nood, overtuigd van zijn gelijk. Zo was Hitler nu eenmaal. In de persoonlijke omgang kwam dit hem niet van pas en was hij een echte Einzelgänger. Bij het toespreken van groepen mensen deed dit echter wonderen.
Overtuiging alleen was niet genoeg. Een robuuste argumentatie, het bieden van hoop en bevrijding in tijden van nood en het aanwijzen van een schuldige en het ervaren van succes waren andere belangrijke onderdelen van Hitler’s charisma. In een chronologische opbouw beredeneert Rees weloverwogen elk onderdeel, onderbouwd met anekdotes van mensen die Hitler kenden of meemaakten. De sterke band die Hitler had met de Duitse bevolkingzorgde voor zijn charisma. Zo kreeg Albert Speer de kans om geschiedenis te schrijven door ‘gebouwen te bouwen die de afgelopen vierduizend jaar nimmer gebouwd zijn.’ (p. 142) Himmler en de SS konden hun gang met de Jodenvervolging in Oost-Europa, omdat ze wisten dat de visie van de Führer hen van bovenaf steunde en ze van onderaf zelf met initiatieven mochten komen. Zelfs de meest sceptische Duitse generaal moest in 1940 erkennen dat Hitler ongekende militaire successen had geboekt en dus waarschijnlijk gelijk had. In het heden, erkent Rees, zouden dit allemaal loze kreten zijn. In het Duitsland van het interbellum en (deels) de Tweede Wereldoorlog was dit echter ‘magie’.
Met het woord ‘magie’ raken we zowel de charme als de problematiek van dit boek. Laurence Rees levert aan de ene kant een kraakhelder betoog, met soms goede anekdotes en een duidelijke visie. Een groot deel van de Duitse bevolking accepteerde Adolf Hitler als leider. Ondanks zijn persoonlijke gebreken, voorzag hij in de behoeften die de Duitsers op dat moment hadden. Aan de andere kant lijkt het boek teveel te willen overtuigen. Rees sluit zich op door een sociologische tekst van honderd jaar geleden als uitgangspunt te nemen en lijkt indirect andere invalshoeken te ontwijken. Zo komen er bijna geen verwijzingen voor naar andere historici voor als het gaat om het onderwerp ‘charisma’.
Laurence Rees levert met Het charisma van Adolf Hitler een prettig leesbaar boek af. Het probeert antwoord te geven op een simpele en toch belangrijke vraag. De documentairemaker, voormalig lid van de BBC en winnaar van een BAFTA Award schreef dit boek echter als aanvulling op een documentairereeks met dezelfde titel. Door menselijke beleving te willen onderzoeken vanuit één oud sociologisch idee, zonder verdere ondersteuning van een modern wetenschappelijk debat, houdt het boek een wat emotioneel karakter zonder rationele nuance. Het betoog, hoe goed het ook lijkt, is hiermee helaas eenzijdig. Het verandert het boek in feite tot één grote anekdote: het is leuk en interessant, maar meer ook niet.
Raynor de Best