Maffiarepubliek. De vloek van Italië , John Dickie
Ambo (Amsterdam 2013)
ISBN: 9789026326882
Paperback met kaarten, zwart-wit foto’s, bibliografie en register
Eerste druk, 454 pagina’s (vertaald uit het Engels)
€24, 95
Maffiarepubliek
De in de Italiaanse geschiedenis gespecialiseerde Brit John Dickie (1963) schreef eerder goed ontvangen en prima doorwrochte werken als Delizia!: De geschiedenis van de Italianen en hun keuken, Bloedbroeders. De opkomst van de Italiaanse maffia’s en Cosa Nostra. De geschiedenis van de Italiaanse maffia. Ook zijn nieuwste boek Maffiarepubliek. De vloek van Italië gaat over de Italiaanse maffia. Waar zijn eerdere boeken zich richtten op de vroege geschiedenis van die geheime criminele organisatie of alleen op de tak in Sicilië – de Cosa Nostra – gaat Maffiarepubliek over de periode na de Tweede Wereldoorlog en over de drie bekendste bendes: de Cosa Nostra, de Camorra (Napels en omstreken) en de ‘Ndrangheta (Calabrië). In mindere mate komt ook de Sacra Corona Unita (Apulië) aan bod. In detail beschrijft Dickie de ontwikkelingen van deze bendes in de periode na de Tweede Wereldoorlog, inclusief de onderlinge banden en de vervlechting met het Italiaanse staatsapparaat.
Beelden van de mythes, de stereotypes, de gruwelen en de romantiek van de maffia zijn in films en televisieseries zo breed uitgemeten dat ze soms hun kracht lijken te verliezen. Des te knapper is het dat Dickie’s voorwoord inslaat als een bom. In amper 8 pagina’s illustreert hij hoe de verschillende maffiafamilies de Italiaanse maatschappij in hun greep hielden (of houden?), onder meer door het optekenen van een drietal levensverhalen van onschuldige slachtoffers van de maffia – een ooggetuige, een priester, een slager. Overigens legt Dickie op verschillende momenten in het boek op treffende wijze iets uit over de geschiedenis van de maffia door er een belangrijke film bij te halen, zoals In naam der wet en Gisteren, vandaag en morgen van Vittorio de Sica. Ook buiten die passages om is zijn stijl erg beeldend te noemen: hoewel de beschreven geschiedenis complex en uitgebreid is, gaat het boek nooit vervelen omdat Dickie haast in geuren en kleuren schrijft. Memorabel zijn de inleidende passages over de Camorra, waarbij Dickie zijn lezers meeneemt in een typisch Napolitaans poppentheater, en de stukken over Concetta Muccardo, een sigarettenverkoopster uit Forcelle die op 67-jarige leeftijd werd ingerekend omdat ze in haar stalletje ook heroïne verkocht, verstopt in tabakswikkels.
Velen zullen de stukken over de banden tussen Silvio Berlusconi en de Italiaanse georganiseerde misdaad met bovengemiddelde interesse lezen – al doet Dickie geen hele gewaagde uitspraken. Ook de donkere kant van de maffia – liquidaties met afgezaagde jachtgeweren, zoutzuur om lichamen in op te lossen en afrekeningen op hoge bergtoppen – wordt uitgebreid beschreven en blijven aangrijpen. Het verhaal van Giovanni Falcone, misschien wel de meest bekende Italiaanse rechter die een groot deel van zijn carrière bezig was met het bevechten van de maffia en daarvoor samen met zijn gezin de hoogste prijs betaalde, spreekt tot de verbeelding.
Net als Dickie’s vorige boeken over de maffia is ook Maffiarepubliek uitstekend geschreven en goed gedocumenteerd. De Brit is een meesterlijk verteller en heeft de gave zijn bronnen goed te verstoppen. Zijn teksten meanderen van sprekend voorbeeld naar sprekend voorbeeld, zonder dat daarbij de hoofdlijn overwoekerd raakt. Als er toch een minpunt genoemd moet worden, is het de lengte van het boek: wellicht is Dickie te ambitieus geweest met de brede opzet van het boek. Zijn stijl is krachtig en onderhoudend, maar glijdt naar het einde toe wat af. Er zijn in die passages te weinig kleurrijke voorbeelden om het verhaal tot leven te laten komen.
Laurens Bluekens