Slaapwandelaars. Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok, Christopher Clark

Reviewer: Laurens Bluekens

Slaapwandelaars. Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok, Christopher Clark

De Bezige Bij (Antwerpen 2013)

ISBN: 978 90 85 425 38 0

Paperback met kaarten, zwart-wit foto’s, notenapparaat en register.

Vierde druk, 749 pagina’s

€ 24, 99

Slaapwandelaars

Het door de internationale pers de hemel in geprezen Slaapwandelaars. Hoe Europa in 1914 ten oorlog trok van de Australische historicus Christopher Clark onderzoekt de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog: hoe en waarom stommelden de verschillende partijen met elkaar in een oorlog die het leven zou kosten van miljoenen?
Clark beantwoordt deze vraag op zeer gedegen wijze. Het boek is het beste te omschrijven als een minutieuze beschrijving van de belangrijke gebeurtenissen, de beslissingen die de beleidsmakers van Groot-Brittannië, Duitsland, Frankrijk, Rusland, Oostenrijk-Hongarije, Servië en van andere landen, alsook de keuzes van andere hoofdrolspelers die geen onderdeel uitmaakten van de regeringen van deze landen, richting 1914 maakten. Dat klinkt als een wat ambtelijke verhandeling, en dat is het bij tijd en wijle ook. Dat kan evenwel als spijkers op laag water zoeken bestempeld worden, want het boek verdient de lof die het toegezwaaid kreeg. De auteur weet de verschillende opgetekende analyselijnen meesterlijk samen te vlechten en vergeet daarbij ook niet soms uit te zoomen door bredere ontwikkelingen als de wapenwedloop en de opkomende publieke opinie te belichten, en hij wisselt zijn werk vaak genoeg af met ‘actie’. De opening van het boek – een kleurrijke en spannende beschrijving van de moordaanslag op de koning van Servië in 1903 in zijn paleis – is daarvan een sterk voorbeeld. De passages over de moord op Frans Ferdinand van Oostenrijk in Sarajevo en de voorbereiding daarop, over een Italiaanse luchtaanval met een eendekker op Arabische en Turkse soldaten in de Libische woestijn in 1912 in het kader van de Italiaans-Turkse oorlog, en de leegloop van Belgrado nadat duidelijk was dat er oorlog zou komen, spreken op eenzelfde manier tot de verbeelding.
De voor Clark zo kenmerkende neiging om ook naar de psychologie, achtergrond en gedragscodes van belangrijke historische personages en groepen te kijken als onderdeel van zijn verklaringen, is ook in Slaapwandelaars niet afwezig. Zo komt de auteur bijvoeglijk naamwoorden te kort om de Duitse keizer Wilhelm II – over wie Clark eerder een uitstekende biografie schreef – te beschrijven als warrig figuur:

‘[W]ie belichaamde de meest verontrustende aspecten van de Duitse buitenlandse politiek – wispelturigheid, een gebrek aan focus en gefrustreerde ambities – beter dan de gejaagde, tactloze, paniekerige, hooghartige keizer Wilhelm, de man die Edvard Grieg durfde te adviseren hoe hij de Peer Gynt Suite moest dirigeren?’ (214)

Ook komt bijvoorbeeld ook de Franse ambassadeur in Sint-Petersburg, Maurice Paléologue, als weinig glorieus persoon naar voren.
Zonder al te veel te verklappen zijn de conclusies van Clark verrassend te noemen. De toekomst – de Eerste Wereldoorlog – was volgens de Australiër niet voorbestemd. Ook gaat de auteur in op een aantal fel bediscussieerde vraagstukken, zoals in hoeverre beleidsmakers rekening moesten houden met de publieke opinie en hoe Duitsland internationaal zo geïsoleerd kon raken in aanloop naar de oorlog. Clark zegt over laatstgenoemde:

‘Alleen in het geval van Frankrijk kunnen we spreken van een politiek waarin het kleinhouden van Duitsland consequent de eerste prioriteit was.’ (199)

Bovenal geeft Slaapwandelaars een heel mooi beeld van wie er nu daadwerkelijk macht kon uitoefenen op het verloop van de gebeurtenissen, en welke verschillen daarin van land tot land waren. Volgens Clark leidden de handelingen van verschillende landen in veel gevallen tot uitkomsten die niet beoogd waren. De Australiër lijkt zelf het woord ‘ambiguïteit’ het meest op zijn plaats te vinden om de besluitvorming richting de Eerste Wereldoorlog te kenschetsen. Het oordeel over Slaapwandelaars is minder ambigu te noemen, want het boek is simpelweg zeer geslaagd.

Laurens Bluekens