René van Beek, Floris van de Eijnde en Gert Jan van Wijngaarden
Troje: Stad, Homerus en Turkije
Wbooks, Amsterdam 2012
ISBN 978 90 400 0750 7
Paperback, kaarten, plattegronden, reconstructietekeningen, kleurenillustraties, literatuurlijst
183 pagina’s
€ 24, 95
Troje: Stad, Homerus en Turkije
Troje: Stad, Homerus en Turkije is een bundel die samengesteld is ter ere van de viering van vierhonderd jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije. Hoewel het boek verschijnt met de gelijknamige tentoonstelling in het Allard Pierson Museum is het geen tentoonstellingscatalogus. Toch is Troje: Stad, Homerus en Turkije een aanvulling op de tentoonstelling. De thema’s die in de tentoonstelling naar voren komen, worden in het boek in verschillende studies behandeld.
Voor de (eind)redactie van Troje: Stad, Homerus en Turkije stonden René van Beek, Floris van de Eijnde en Gert Jan van Wijngaarden in. René van Beek is conservator Romeinse en Etruskische wereld en één van de samenstellers van de tentoonstelling bij het Allard Pierson Museum. Eerder voerde hij de eindredactie over onder andere Etrusken. Mannen met macht – vrouwen van aanzien. Floris van de Eijnde is docent Geschiedenis van de Oudheid en Antieke Cultuur, verbonden aan de Universiteit Utrecht en Gert Jan van Wijngaarden is docent archeologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Verder stond het boek Troje: Stad, Homerus en Turkije onder hoofdredactie van Günay Uslu, Jorrit Kelder en Ömer Faruk Serifoglu. Daarnaast hebben enkele tientallen Nederlandse, Vlaamse en Turkse specialisten een bijdrage geleverd. De bundel bestaat uit negen hoofdstukken met elk een ander thema. Elk thema is onderverdeeld in drie tot vijf artikelen die verschillende aspecten van dat thema belichten.
Troje: Stad, Homerus en Turkije gaat niet alleen over het mythische verhaal rondom het paard van Troje, maar is grotendeels gewijd aan het ontstaan van de mythe. Juist doordat de mythevorming een centrale rol in het hele boek heeft, is dit boek geen standaard werk over de geschiedenis van Troje. Het gaat verder dan een analyse van Homerus, het beschrijft ook de archeologische opgravingen van de stad, de geschriften over Troje na Homerus (inclusief linguïstieke aspecten) en de invloed van Troje door de tijd heen.
Neem bijvoorbeeld de bijdrage van David Rijser, docent Griekse en Latijnse talen en culturen aan de Universiteit van Amsterdam. Hij besteedt in zijn bijdrage De tweede ronde: de slag om Troje in de Renaissance aandacht aan de invloed die de Ilias en de Odysseehebben gehad op de Osmaanse veroveraar sultan Mehmet II (1432-1481). In zijn bijdrage legt Rijser uit waarom Mehmet de historische legitimiteit claimde om zich af te zetten tegen de westerse christelijke identiteit. Zo noemt hij de verovering van Constantinopel in 1453 een wraak op Troje. Ook wijst Rijser op het feit dat Mehmet een kostbare uitgave van de Ilias liet vervaardigen omdat zijn held Alexander de Grote volgens de overlevering sliep met een kopie van het werk.
Daarnaast behandelen verschillende auteurs, waaronder Wendy Rigter en Gert Jan van Wijngaarden, de verschillende lagen van het archeologische Troje. Aan de hand van reconstructietekeningen en plattegronden wordt een beeld geschetst van de verschillende lagen van Troje: van ca. 2920 voor Christus (Troje I) tot nu toe (Troje XI). Specifiek wordt ingegaan op de sublagen van Troje VI en VII. Troje VI werd door de Duitse archeoloog Wilhelm Dörpfeld vanwege de indrukwekkende muren van ca. 4-5 meter breed en 8 meter hoog gezien als het Homerische Troje. De Amerikaanse archeoloog Carl Blegen denkt dat Troje VII het Homerische Troje was. Dit omdat deze stad is verwoest en de slachtoffers niet zijn begraven. Hij ziet dit als een aanwijzing dat het einde van Troje VII kan worden gelijkgesteld aan het einde van de Trojaanse oorlog.
Ook wordt in de bundel de vloer aangeveegd met de ooit zo geroemde archeologische ontdekking van de Duitse archeoloog Heinrich Schliemann (1822-1890): de zogenoemde ‘schat van Priamus’. Schliemann smokkelde destijds de ‘schat’ onder de neus van de Osmaanse overheden Turkije uit. De ‘schat’ zou volgens Schliemann afkomstig zijn uit het Troje van Homerus en hebben toebehoord aan de Trojaanse koning Priamus. Nader onderzoek wijst echter uit dat de ‘schat’ wel afkomstig is uit het geografische gebied van Troje, maar is samengesteld uit voorwerpen van verschillende perioden. Zo zijn enkele voorwerpen gedateerd op 2500 voor Christus, oftewel Troje II.
Anders dan vele geschiedwerken over Troje, behandelt deze bundel ook het verhaal van Troje als inspiratiebron voor meer recente films, opera’s, toneelstukken, stripboeken, etc. Het boek eindigt met een beknopt overzicht van de museale geschiedenis van Troje. Dit is gezien het feit dat deze bundel verschijnt bij de gelijknamige tentoonstelling in het Allard Pierson Museum erg interessant. Ook laat Laurien de Gelder in deze beknopte geschiedenis zien dat de belangstelling voor Troje niet altijd geleefd heeft. Zo ontving Heinrich Schliemann weinig enthousiasme in Europa toen hij zijn vondsten in Europa tentoonstelde. Hoewel de vondsten wel hebben gereisd van musea als het South-Kensington Museum (het huidige Victoria and Albert Museum) in Londen en het Museum für Völkerkunde in Berlijn, kreeg Schliemann niet de verwachte roem die hij hoopte voor zijn opgravingen. Al met al is Troje: Stad, Homerus en Turkije prettig geschreven. De bundel vraagt bovendien niet al te veel voorkennis en geeft een goede indruk van de telkens veranderde betekenis en kijk op Troje. Zowel de antieke als de meer recente geschiedenis krijgen in de bundel een plek. Daarbij krijgen alle verschillende aspecten van het verhaal een rol in het geheel, waardoor de lezer na het lezen van de bundel een zeer brede kijk heeft op het Troje door de eeuwen heen op het gebied van literatuur, archeologie, mythe, geschiedenis en linguïstiek.
Vera Weterings
De Tentoonstelling Troje: Stad, Homerus en Turkije is van 7 december 2012 tot en met 5 mei 2013 in het Allard Pierson Museum in Amsterdam te zien.